Een kortere etappe vandaag: 21 kilometer, al is ‘kort’ relatief natuurlijk. Alles onder de 25 kilometer noem ik tegenwoordig kort. Ooit dacht ik daar anders over natuurlijk.
In Mont-de-Marsan vond ik geen schoenen, dus leg ik al mijn eieren in Saint-Jean-Pied-de-Port. Magda heeft voor mij wat opzoekingswerk gedaan en volgens haar is er een winkel, Boutique du Pèlerin waar men schoenen van het merk Lowa kan kopen. Volgens de winkelier is alles aanwezig. Ik ben eigenlijk niet tevreden van de schoenen maar er is op dit ogenblik geen alternatief. Mijn voeten zijn dit model gewoon, dus ga ik met dit model verder. Ik hoef geen onnodige experimenten!
Eens buiten de stad duik ik voor een laatste keer de bossen in. Hier in deze streek heeft de zware storm van een tiental jaren geleden lelijk huis gehouden en hele bossen platgelegd. Er zijn nu veel open plekken met nieuwe aanplantingen, maar het zal tientallen jaren duren alvorens de schade weer helemaal hersteld is. Daarna gaat het weer langs asfaltwegen en langs kleine gemeenten en gehuchten.
Onderweg kom ik een aantal mooi versierde meibomen tegen. Ik zie ze al enkele dagen, waarschijnlijk ook een traditie in de Landes, maar nu bekijk ik ze wat beter. Voor elke speciale gebeurtenis in de maand mei zet men een boompje op, niet allemaal even mooi versierd maar ik haal er de mooiste uit. Ik zag er eentje voor de geboorte van Jade, eentje voor een 70ste verjaardag en eentje voor de verwelkoming van nieuwe inwoners in het dorp.
In Benquet, Saint-Christeau staat weer zo’n mooi kerkje uit de Xide eeuw (heropgebouwd in de XVIde eeuw) met een typische platte klokkentoren uit de Landes. De klokken zitten eigenlijk aan de ene kant in een soort houten kast in de toren en aan de andere kant zijn zij zichtbaar.
Op het kleine kerkhof rond de kerk ligt een oud-wachter van Louis XVI, Bertrant Petit Loustau, die hier in Benquet de dood vond. Ook is er nog een ander graf met sculptuur van een Chevalier in de Orde van Saint-Louis.
En nog een nieuw gegeven, sinds enkele dagen loopt en fiets er ook meer en nieuw volk op de camino. Hoe dichter men bij de Spaanse grens komt hoe meer volk. Zo ontmoeten wij vandaag twee fietsers, een Fransman en een Duitser, en nog een Franse wandelaar. Het is vandaag een korte etappe dus ik heb geen haast
. Het toeristenbureau gaat toch maar open om 14 uur. Ik neem nog een korte stop aan het kerkje van Saint-Eulalie. Aan de ingang van de kerk bevindt zich een kopie van de grot van Lourdes.
Vooraleer af te buigen naar Saint-Sever loop je over de brug over de rivier de Adour. En dan gaat het in een korte maar pittige klim naar boven.
Saint-Sever is gekend om zijn mooie Benediktijner abdijkerk en het oude, historische stadsgedeelte.
De gemeentelijke refuge is gelegen in het voormalige klooster Jacobins, een gebouw uit de XIIIde eeuw. Hier zijn 12 plaatsen twee dortoirs, uitgeruste keuken, wasmachine... In het stadje kun je inkopen doen.
Morgen trekken wij op advies van Philippe, de hospitalier, naar Beyries, een tocht van 28,8 km. Een beetje verder dan eerst gepland maar toch een betere spreiding van de kilometers over de twee dagen. Alles is nu gereserveerd tot voor Saint-Jean-Pied-de-Port want het lang weekend is begonnen. Nog ongeveer 115 km te gaan op de Via Lemovicensis...
De pelgrim hoort bij de weg
En de weg bij de pelgrim.
De pelgrim is de bewoner van de weg.
Tegelijk is de pelgrim een vreemdeling,
die letterlijk alles aan zich voorbij laat gaan.
Hij hoort nergens thuis,
Gaat elke dag ergens anders heen.
(Vrij naar Frans Frijns)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten