De zonsopgang boven Pamplona was bijzonder mooi.
Ik hoor voor het eerst de zware bassen van het muziekfestival in de stad, gelukkg ben ik daar niet gebleven. Het zal vandaag heel snel warm worden, heel warm, temperaturen boven de 30 graden na de middag. In mijn gids (Camino de Santiago van John Brierly) las ik al dat wij op niet veel schaduw moesten rekenen.
Ik werkte gisteren nog een half uurtje aan mijn voeten. De likdoorn op mijn rechtse kleine teen heb ik met een eeltvijl volledig weggekregen. Ik voel daar geen pijn meer als ik stap, nog even afwachten bij de afdalingen. Aan mijn linkse kleine teen kan ik voorlopig weinig doen, ik laat mijn teentje vrij in mijn schoen, dus geen plakkers of rondellen, en ook hier is het gevoel veel beter. Gevolg, ik kan weer een stevig tempo aan en de moraal is opperbest.
De eerste 8,6 kilometers gaan in stijgende lijn, richting Alto del Perdon (770m). De weg stijgt zeer geleidelijk met af en toe een pittig stuk, maar ook voldoende stukken om te recupereren. De uitzichten over het landschap zijn adembenemend.
De temperatuur is nu nog goed, er is nauwelijks wind langs deze kant van de bergflank, nochtans de windmolens draaien vlot hun toertjes. En de restanten van het muziekfestival in Pamplona blijven hoorbaar tot ik de top bereik. Na een goed anderhalf uur sta ik op de top. Ik sta hier ondertussen bij het jonge volkje gekend als ‘the fast guy from Belgium’.
Op de Alto del Perdón staat het zeer bekende sculptuur ter ere van de pelgrims. De sculptuur telt 14 figuren en vertelt de geschiedenis van eeuwen pelgrimage naar Santiago. Als je de figuren van links naar rechts bekijkt zie je de evolutie heel goed. Boven staat een winkeltje waar ik een glas vers geperst sinaasappelsap en een zoete koek neem. Het was eventjes wachten tot er nog iemand boven aankwam om te vragen enkele foto’s te nemen. Vanaf hier is het nog zo’n goede 700 kilometer. Na 1570 km lijkt dat maar een peulschil meer, “Je bent nu al zo ver geraakt, nog eventjes doorbijten, ...”, maar neem het gerust van mij aan, 700 km is nog 30 dagen, en elke dag is een nieuwe uitdaging en een nieuwe overwinning.
De afdaling is er weer eentje op een pad met losse keien, waarop het lastig stappen is. Soms gaat het steil naar beneden. Als ik overschakel op lichtjes lopen kan ik de spanning op mijn dijspieren verlichten en wonderwel gaat het vlotjes naar beneden, zonder spierpijn. En als de keien op zijn dan wordt het grind.
Ik passeer onderweg verschillende mooie dorpen met statige Romaanse kerken. De bars en winkeltjes zijn al zeer vroeg open, ook op zondag. Alles op de camino is afgestemd op de voorbijwandelende- en fietsende pelgrims. Als je centen op zak hebt natuurlijk, iedereen moet leven.
Het graan is ondertussen ook al van kleur veranderd.
In Muruzábal neem ik de variant naar Eunate, ongeveer 2,5 km meer dan de gewone weg, maar volgens Henry (de Fransman van Aix-en-Provence) meer dan de moeite waard. Maar het pad is genadeloos, geen sikkepit schaduw. De kapel Santa Maria de Eunate is de moeite waard, en is een waar bedevaartsoord. Het achtvormige Romaanse bouwwerk is opgericht in 1170 met niet minder dan 33 arken. De pilaren zijn mooi versierd met beeldhouwwerk dat wel te lijden heeft onder slijtage.
In het aangelegen gebouw krijg je ook nog een mooie extra stempel. Dankzij de tip van Thomas weet ik dat het geen problemen is als mijn boekje vol is.
Hier sluit de Camino Aragonés (Toulouse) aan bij de Camino Frances. De weg na de kapel is niet de mooiste uit het parcours, maar bon, je kunt niet alles willen. Ik rust even uit onder de bogen van de kerk in Obanos, om 12 uur begint hier de eucharistieviering, er stromen veel mensen toe en ik word telkens aangemoedigd met een buen camino.
Om 12u15 kom ik aan in Puenta Le Reina en houd het voor bekeken, het is heel warm en ik voel dat mijn oren wat verbrand zijn. Ik heb te laat mijn buff aan mijn pet bevestigd om mijn nek en oren te beschermen.
Ik check in in de alberge Padres Reparadores. Hier zijn 100 plaatsen verdeeld over 10 kamers. De refuge is goed uitgerust met douches, mooie keuken, wasmachines (3€), WiFi, grote tuin, enz... Tegen de avond zit het hier zo goed als vol. Mijn wasje doe ik zoals elke dag met de hand, op een wip is alles weer droog. Puenta al Reina is een levendige stad, en ik vind zeer snel een restaurant waar ik voor 9,50 € een pelgrimsmenu eet. Gemengde sla, kip en een cremepudding. Lekker en voldoende, en ... groenten!
De rest van dag is het rust, rust. rust, en hier en daar een babbeltje doen natuurlijk, dat hoort bij mijn camino.