Ik vertrek in Samos rond 7 uur ’s morgens. Wij lagen slechts met vier personen op de kamer dus het was heel rustig. Geen over-en-weer geloop deze morgen, geen gefriemel, geen lichten aan en uit, kortom rustig. Ik heb geen spijt dat ik deze kleine privé herberg heb opgezocht, dit bevalt mij, dus ik zal dat nog doen, weg van de grote steden maar in de kleinere dorpen. Wij volgen nog altijd de rio Oribio richting Sarria. Weinig verschil met gisteren, maar nu loopt de weg iets meer onder de bomen. Interessant als de zon schijnt, maar het is deze ochtend weer mistig.
Het is vandaag kleine kerkjes- en kapelletjesdag. Teiguin, Gorolfe en Veiga zijn de namen van de dorpjes, soms niet meer dan een boerderij en wat half ingestorte gebouwen. Maar met een kerkje dat intact is. In Hopital kom ik terug op de normale route (tot nu zat ik op een variant). Langzaam stijgen wij uit de Samos-vallei en nader ik Sarria.
Sarria is een zeer actieve stad in het Compostelagebeuren. Op het informatiebord tel ik meer dan twintig albergues en een veelvoud aan hostals, pensionnetjes en hotels. Het wemelt hier van de pelgrims maar niemand is echt onderweg. Het is hier kermis en gisteren was er een grote party. Vandaar het late startuur waarschijnlijk. Vandaag gaat het feest gewoon door, en dan weet je het al, hier blijf ik niet. Het is trouwens veel te vroeg om al te stoppen dus ga ik na een rustpauze gewoon verder. Doel: Ferrerios, zowat in het midden van Sarria en Portomarín. Als ik Sarria verlaat staat er al iemand vuurwerk af steken, elke 30 seconden een knal van jewelste en het is nog geen 11 uur. Later zal ik nog veel meer knallen horen, dit is nieuw voor mij: vuurwerk overdag; als het maar lawaai maakt. Sarria is wel een mooi stadje met de Santa Mariña kerk (gesloten), de El Salvadorkerk (in de steigers) en het Mosteiro de Madalena (nu een albergue).
Ik ga verder langs mooie wegeltjes. Door bossen, tussen de dorpjes, weides en velden. Hier is het geen kermis, hier gaat het leven elke dag zijn gewone gangetje.
Onderweg moet ik voorbij een kudde schapen en geiten zien te geraken. Zodra ik vertrouwen heb in de herdershond versnel ik en loop zo even tussen de dieren, weldra loopt de grootste ... vooraan.
Wat mij nog opvalt is een soort bouwsel in bakstenen. Ik vermoed dat het opslagplaatsen zijn voor maïskolven, maar ik ben er niet zeker van.
In Barbadelo is het kerkje wel open en kun je een stempel krijgen. Belangrijk, want vanaf vandaag moet ik twee stempels per dag hebben.
En verder gaat het op en neer, nooit steil,
meestal langs goed begaanbare wegen tot in Ferrerios waar ik incheck in de Albergue Casa Cruceiro. De herberg is splinternieuw, dus ik hoef niet te zeggen dat alles hier mooi en proper is. Enig nadeel, er is geen keuken, dus je bent volledig afhankelijk van hun restaurant en bar. Maar ik heb nog een empanada in mijn rugzak zitten dus mijn middagmaal is verzekerd.
Hier is ook een albergue municipale (Xunta) maar daar pas ik voor. Er zitten al een aantal Spaanse kinderen in die een hoop kabaal maken. De mist is weggetrokken en de zon schijnt opnieuw, dus het is weer warm en de was zal snel droog zijn. Vandaag heb ik een hoop nieuwe mensen gezien, waarschijnlijk gestart voor de laatste 100 kilometers. Je kunt de meesten er zo uithalen: blitse kledij, nieuwe schoenen van het lage type, kleine rugzak en stempelboekje in de hand. Ook veel jongeren die zich in groep verplaatsen en gezinnen met kinderen.. Ondertussen is de albergue volgelopen, er zijn 16 bedden.
Vanavond eet ik in het restaurant waar ik wel een gesprekspartner zal vinden. Het is de eerste keer dat ik hier niemand herken, behalve een Koreaanse jonge gast. De groepjes oud-strijders (vertrokken vanuit Saint Jean) zijn volledig uiteengeslagen, om nog maar te zwijgen over de Belgen waarmee ik in Frankrijk onderweg was. Misschien zie ik hiervan nog wel iemand terug in Santiago zelf. Want weet je nog, ieder loopt zijn eigen camino.
Ga door pelgrim,
en vervolg je zoektocht,
ga door op je eigen weg,
dat niemand je tegen mag houden.
Neem jouw deel van de zon
en jouw deel van het stof
met een waakzaam hart,
en vergeet al het vluchtige.
Alles is vergankelijk:
alleen de liefde is waarachtig.
Hecht je hart niet aan wat er gebeurt.
Zeg nooit: ik ben geslaagd,
mijn moeite is beloond.
Vertrouw niet op dat wat je gedaan hebt,
want je wordt er op afgerekend.
Bewaar het woord in je hart:
dat is jouw schat.
(officium van de lezingen; feest van de Heilige Antonius)
Het is realiteit.na een dagje rustig wandelen is het zover: de laatste 100 km is een feit.pelgrim jan,chapeau.ook aan ons Magda hier een serieus dankwoord voor het vele fotowerk op de blog.ook voor de bijna 3. Maanden weduwschap: chapeau Magda en bedankt !
BeantwoordenVerwijderenHallo Jan, de eindmeet komt 'in zicht'. Maar zoals je nu en al eerder schreef: het doel is het onderweg zijn. Ga dus inderdaad door; vervolg je pelgrimstocht; ga door op je eigen weg... Dat vuurwerk had wellicht te maken met het feest van de geboorte van Johannes de Doper (op 24/06). Dat is in sommige streken in Spanje blijkbaar de gewoonte om dat feest op die manier luister bij te zetten. Btw: mijn moeder maakte in WZC De Wispelaere onlangs kennis met een oom (?) van je die daar wekelijks de eucharistieviering voorgaat. De wereld is klein, hé. Maar voor jou als pelgrim is dat alleszins waar. Nog goede moed !!
BeantwoordenVerwijderen