zaterdag 30 mei 2015

Dag 64: Larrasoaña - Cizur Menor (20,9 km - 1556,9 km)

Vandaag kom ik voorbij de eerste grote stad in Spanje, Pamplona, de hoofdstad van de provincie Navarra. De kathedraal moet men gezien hebben. Voor de stad zal ik nog eens terugkomen, zonder rugzak.
Het jonge volkje is deze morgen al vroeg wakker en zeer snel op pad. Zij vergaten wel de restanten van hun feestje op te ruimen. Ik maak mij geen zorgen, ik heb tijd genoeg, maar of je wil of niet, wakker ben je toch. Om goed 7 uur verlaat ik als laatste de dortoir in Larrasoaña.


 Het wandelpad is vandaag veel mooier en gevarieerder, ik neem mijn woorden van gisteren terug. Het pad slingert langs de río Arga richting Pamplona. En een rivier stroomafwaarts volgen betekent ook dat de weg overwegend in dalende lijn gaat. Toch zitten er nog dikwijls pittige klimmetjes en steile afdalingen in het parcours. De steile afdalingen op losse stenen van gisteren en vandaag eisen hun tol. De spieren van mijn dijen staan keihard en worden elke afdaling op de proef gesteld. Mijn tenen zijn het tweede probleem bij afdalingen. Zij schuiven naar voren in mijn schoenen waardoor ik door de wrijving nieuwe likdoorns voel komen. Van de blaar op mijn hiel heb ik helemaal geen last.   Maar mijn eksterogen spelen weer op. Ik vrees dat ik dat probleem mee zal dragen tot in Santiago. Ik kom eigenlijk heel de tijd weinig pelgrims tegen. Is iedereen dan zo vroeg vertrokken? Ik denk het niet. In St Jean vertrekken er dagelijks een paar honderd pelgrims maar in de loop van de dagen geraken die meer en meer verspreid over de verschillende dorpen en steden, waardoor je het gevoel krijgt dat er weinig volk is. Toch zijn in de alberges iedere avond zo goed als alle bedden bezet. Het is nog vrij koud deze morgen, maar wanneer de zon doorbreekt warmt het snel op. Er zijn weinig wolken aan de blauwe hemel, het zal heel warm worden vandaag.


Voor Pamplona kom ik nog enkele kleine dorpjes tegen, Irotz en Zabaldica.






















 Vanaf Burlada kun je al van voorstedelijk gebied beginnen te spreken. Vanaf hier wordt de bewegwijzering heel voortreffelijk. Je kunt er niet naast kijken, de blauwe platen met gele schelp of het blauwe vierkant met gele schelp op het voetpad, en vanaf de binnenstad elke 5 à 10 meter een ronde metalen plaat in het voetpad.


























 Hier kun je gewoonweg niet verkeerd lopen of je moet bewust van het pad afwijken. De binnenstad ga je binnen langs de brug over de Arga, Puente de la Magdalena. Deze brug is een van de vier middeleeuwse bruggen die toegang geven tot de stad.










Het kruis aan de overkant gaf de pelgrims aan dat zij de stad binnengingen.











Het oude stadsgedeelte is ommuurd en door de poort kom je in de buurt van de kathedraal. Hier moet je even van de gemarkeerde route afwijken.




































 In het onthaal van de kathedraal krijg je een stempel. Als je binnen wilt moet je betalen. Pelgrims betalen 3 euro(anders is het 5 euro) op vertoon van de geloofsbrief of stempelboekje. En geloof mij, het is zijn geld meer dan waard. De kathedraal en het vroegere klooster zijn eigenlijk één groot museum met rijk versierde kapellen en vele kunstwerken. Hier een kaarsje branden kan niet, er is wel een elektrische variant maar dat is niet hetzelfde, dus pas ik hiervoor.












In de binnenstad is het al een grote bedrijvigheid, het is zaterdag, winkeldag. De straten en hoge huizen hebben nog steeds een middeleeuws karakter.


















Maar het is er luid door verschillende demonstraties en optochten. Ik zie hier zelfs een kleine stoet met reuzen. Ik besluit hier niet te blijven, een stad bezoeken met een rugzak is geen lachertje. Ik loop hier wel op mijn Teva’s zodat ik mijn tenen wat kan ontlasten.
























 Bij het verlaten van Pamplona kom ik voorbij de universiteit, daar kun je nog een extra stempel krijgen. Je moet er een paar 100 meters voor omlopen. Ik moet opletten dat ik nog plaats genoeg overhoud in mijn boekje, want vandaag komen er weer drie stempels bij.









Vanaf hier is het nog slechts 3 kilometers tot in Cizur Menor.












 In de eerste alberge, de St Juan, bied ik mij aan en er is nog veel plaats. Ik betaal 5 euro, gebruik van de kleine keuken is donativo. Er zijn wel maar 2 douches en toiletten voor 27 bedden, dat is zeer weinig.









 Ik houd het voor de rest van de dag rustig. Tot hiertoe ben ik nog geen gekend volk tegekomen in de alberge, en voorlopig zijn het allemaal Spanjaarden, dat praat wat moeilijker. Maar daar komt nog verandering in, ik hoor net (het is nu 18u) dat de alberge municipale volzet is dus er zal nog wel volk naar hier afzakken. Deze avond eet ik het pelgrimsmenu in het restaurant hier vlakbij, kostprijs 10€. Paella als voorgerecht, rundvlees met frietjes en tiramisu als dessert en een halve fles wijn. Het eten is hier echt een stuk goedkoper dan in Frankrijk.

























 En zo zit de dag er weer op. Morgen naar Puente La Reina en de klim naar de Alto del Perfón waar het bekende monument voor de pelgrims staat. Het wordt goed weer, wat moet een mens meer hebben...



2 opmerkingen:

  1. Dit was weer een schitterende dag .Jammer van je voeten.Maar je zal wel remedies bijhebben om de pijn wat te verzachten, zeker nu je moet dalen en klimmen. Een massageke zou nu wonderen kunnen doen, zeker. Zijn die nog niet voorhanden in de alberge?!Na morgen, begin je al aan de laatste maand,Jan. Respect en blijf genieten !!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Jan
    Als je schrik hebt dat je credencial vol gaat geraken, kan je voor enkele euro's altijd een tweede credencial aanschaffen in sommige steden en albergues. Dan heb je ook geen problemen mocht je het eerste credencial kwijtgeraken...
    Ultreïa!

    BeantwoordenVerwijderen