dinsdag 16 juni 2015

Dag 81 : León - Hospital de Orbigo (36,8 km - 1994,4 km)

Het was gisteren en deze morgen uitzonderlijk rumoerig op de slaapzaal. Ik denk dat alle zware snurkers door het lot waren samengekomen in León. Iedereen die ik vandaag tegenkwam begon erover. Een fietser die in de late namiddag was toegekomen vond het nodig om na 22u nog een uurtje zijn rugzak op orde te brengen, en om 5 uur ’s morgens vonden enkele Spanjaarden het nodig om een babbeltje met elkaar te slaan. Frustratie met als gevolg wat heen en weer geroep. Zucht... ik zal het hier nooit gewoon worden. Nochtans hadden de hospitaliera’s hun best gedaan. Deze morgen om 5 uur stond er een ontbijt klaar met brood, boter en confituur. Er was keuze uit koffie, thee en chocolademelk. Dit alles was donativo.















Om 6u45 vertrek ik voor een lange tocht, ik zal vandaag ongeveer 37 kilometers gelopen hebben. Tot hiertoe mijn langste afstand als ik mij niet vergis. Maar ik voel mij goed en ga ervan uit dat ik dat aankan. De route in het oude centrum loopt langs de kathedraal, het museum en nog enkele mooie gebouwen die ik gisteren gemist heb.

 Op een pleintje fotografeer ik mezelf in het bijzijn van een oude pelgrim, die hie al enkele jaren op een bankje zit.


 Vanaf het verlaten van de kern van de stad is het weer hetzelfde verhaal als gisteren, niet mooi, maar veilig en goed geregeld. Wij hoeven zo goed als geen auto’s te kruisen.








 In Virgen del Camino, een voorstad van León, moet ik een keuze maken: ofwel langs de N-120 lopen ofwel op een plat landbouwterrein el Páramo genoemd.




 Voor mij is de keuze snel gemaakt, ondanks het feit dat het een 4-tal kilometers verder is en dat er veel minder mogelijkheden zijn om te overnachten. Na Le Virgen del Camino en Fresno del Camino gaat het weer omhoog tot ongeveer 900 meter. En dan gaat het weer rechtdoor te midden van een onmetelijke vlakte. Het is een beetje als de Meseta, maar nog platter, en er worden ook anders gewassen geteeld dan alleen maar graansoorten. Hier zie ik mais, veel mais, zonnenbloemen, koolzaad en zelfs een heel groot veld boontjes.




 Het terrein wordt helemaal doorkruist door kilometerslange irrigatiekanalen, waarschijnlijk de enige manier om deze streek vruchtbaar te maken.












 In de verte zie ik al de hoge bergen liggen waar wij de volgende dagen over moeten. Rechts, richting kust zie ik de hoge toppen van de Pico’s d’Europe. De wegen zijn weer kaarsrecht en je ziet er geen einde aan komen.































 Nu eens op losse keien, dan weer op grind en ook een heel lang stuk op asfalt. En het is al vroeg heel warm, nog niet zo warm als de vorige weken, maar toch temperaturen rond de 25 graden. Op het asfalt gaan je voeten dan al snel opwarmen. De dagetappe volgens mijn boekje eindigt in Villar de Mazariffe, na goed 22 kilometer, maar dat is te vroeg om om te stoppen.




 Ik heb nog twee mogelijkheden: verdergaan naar Villavante (9,5 km) waar een primitieve herberg is, of doorgaan tot Hospital de Orbigo (14 km). Ik kies voor de tweede optie. Zo ben ik morgen al een heel stuk dichter bij Astorga. De weg gaat verder door hetzelfde terrein, waarvan een recht stuk van zeker vijf kilometer op asfalt. Uiteindelijk zal ik toch drie pauzes inladen om telkens mijn voeten wat rust te geven. De laatste dagen speelt mijn eksteroog weer op, een volgende operatie ‘wegpeuteren’dringt zich op want ik loop niet meer pijnloos. Maar eigenlijk heb ik daar alleen in de eerste kilometers last van en op de stukken met losse keien (die ik deze keer zelf opgezocht heb – dus moet ik ook niet klagen).





















 Net voor het binnenkomen van Hospital de Orbigo gaat de weg over een oude Romaanse brug over de rio Órbigo. De brug is tien maal de breedte van de rivier, en het ziet er niet naar uit dat die rivier ooit nog terug breder zal worden.








 Op het kerkje van Puente zitten heel wat ooievaars. Eigenlijk heb ik hier nog niet over geschreven maar zij maken deel uit van het landschap. Overal zie je de grote statige vogels staan en vliegen. Op veel hoge gebouwen zie je een  of meerdere nesten en in de meeste zitten ook jongen.




























Ik meld mij even later aan bij de albergue Paraquial waar ik bij het binnenkomen een glaasje fris water krijg. De prijs is 5 euro. Dit goede weer is een uitgelezen kans om nog eens al mijn kleren in de wasmachine te stoppen, kostprijs 3 euro. De zon en de wind doen de rest. Voor de rest is alles hier eenvoudig en zeker niet nieuw (ik blijf beleefd).






 De twee hospitaliera’s zijn blijkbaar wel nieuw, zij kunnen op geen enkele vraag antwoorden, zelf niet als ik vraag wat de juiste naam van het dorp is. In de albergue kom ik nog een Belg tegen, Geert, en wij wisselen uitvoerig onze ervaringen met elkaar. Ik had verwacht om meer Belgen tegen te komen maar dat valt dik tegen.








Morgen overschrijd ik het magische getal van 2000 kilometers. Weer een mijlpaal in deze onvergetelijke tocht.

4 opmerkingen:

  1. Beste Jan,
    Ook al is mij niet gegeven om te stappen zoals jij, toch zat ik een beetje in je rugzak mee te genieten van je ongelooflijk avontuur, mee op stap...
    2000km... Proficiat... AR

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 90% van de tocht volbracht. Nog veel succes voor de resterende 10% maar nu al "hoedje af" voor de prestatie !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Nog een laatste inspanning en je bent er. We kunnen enkel met bewondering je avonturen en tocht volgen. Nogwat goede .moed en je bent er.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hey Jan,

    groots respect voor wat je doet. Nog heel ff doorbijten en je bent er.

    BeantwoordenVerwijderen